Ergens iets van vinden is oordelen. Maar vaak is het beter om alleen maar wáár te nemen wat er gebeurt of wat de ander doet.
Waarnemen is een belangrijk element bij verbindende communicatie. We willen de ander helder en duidelijk laten weten wat er bij ons leeft. Maar als ik mijn waarneming combineer met een oordeel, loop ik het risico dat de ander mijn bedoeling niet begrijpt. Dan komt mijn goede bedoeling bij de ander al snel over als kritiek en zal die ander zich verzetten tegen alles wat ik zeg. We raken op die manier uit het contact met elkaar. In onderstaand gedicht uit het boek ‘Geweldloze communicatie’ heeft Marshall Rosenberg het verschil tussen waarnemen en oordelen heel treffend verwoord:
Je mag me gerust vertellen
wat ik wel of niet deed,
en ook wat je ervan vindt,
maar haal die twee alsjeblieft niet door elkaar.
Als je verwarring wilt scheppen,
dan kan ik je vertellen hoe je dat moet doen:
maak geen onderscheid tussen wat ik doe
en hoe je erop reageert.
Vertel me dat je teleurgesteld bent
over wat ik nog niet heb gedaan,
maar als je me onverantwoordelijk noemt,
zal me dat niet motiveren.
En vertel me dat jij je gekwetst voelt,
als ik niet op je avances inga,
maar als je me koud en ongevoelig noemt,
vergroot je niet je toekomstige kansen.
Ja, je mag me gerust vertellen
wat ik wel of niet deed,
en ook wat je ervan vindt,
maar haal die twee alsjeblieft niet door elkaar.
Niets heeft betekenis, alleen maar de betekenis die jij aan dingen geeft. Dit geldt ook voor de veroordeling van onszelf. Waar veroordeel jij jezelf het meest in? Van welke mening over jezelf heb je last? Hoe heerlijk zou het zijn om oordeelloos over jezelf en de wereld te zijn? Om meer vanuit je hart te verbinden met anderen, zonder mening, wetende dat de ander ook een hart heeft dat liefde bezit? En hoe anders zou ons lichaam daarop reageren?